Gewone doolhofspin

De Gewone doolhofspin (Agelena labyrinthica) is een spinnensoort uit de familie Trechterspinnen (Agelenidae). De vrouwtjes worden 8 tot 12 mm groot, de mannetjes zijn iets kleiner 8 tot 9 mm. De spin is meestal te vinden in dichte begroeiing bij zonnige bosranden en langs paden of in het droge grasland, maar ze wordt ook algemeen aangetroffen in tuinen, zoals hier tussen de Rodgersia podophylla, één van onze vaste planten bij de vijver.

De basiskleur van het achterlijf is grijsbruin met over de rug, langs het midden lopen twee donkere lengtestrepen waartussen een lichter visgraatpatroon zichtbaar is. Onvolwassen individuen hebben een aanzienlijk andere kleur, waardoor ze voor vele natuurliefhebbers niet als Gewone doolhofspin herkend worden. Volwassen dieren worden voornamelijk gevonden in juli en augustus.

De soort bouwt een karakteristiek web met drie opvallende onderdelen, eerst een horizontaal mat achtige gedeelte, dan een soort trechter waarin de spin zich in verschuilt en die langs onder geopend is, zodat ze bij gevaar langs daar kan ontsnappen en als laatste maakt ze een driedimensionaal netwerk van kriskras gesponnen draden boven het mat gedeelte. Aan die ingewikkelde structuur dankt de spin haar naam. De draden boven het mat gedeelte dienen om vliegende insecten te onderscheppen. Wanneer die daar tegen aanvliegen, vallen ze op de horizontale constructie.

Wanneer een insect op het web belandt, zal de spin doorgaans heel snel uit haar schuilplaats te voorschijn komen en het insect verdoven of doden met één of verschillende gifbeten. De spin oriënteert zich voor het vinden van de prooi op de trillingen die deze veroorzaakt in het web. Kleinere insecten die verstrikt raken in de draden boven het web, maar die niet op het mat gedeelte vallen, worden door de spin gelokaliseerd via speciale bekerhaartjes (trichobothria), die tegelijk functioneren als een sensor-systeem. Mogelijk kunnen zelfs traag vliegende insecten gegrepen worden aangezien de spin een zeer korte reactietijd heeft. Om de weg te vinden in haar doolhofweb, zijn ook de acht ogen van de spin belangrijk.

Tijdens de paartijd, zo rond midden juli, tokkelt het mannetje met zijn tasters op het web van het vrouwtje om zijn bezoek aan te kondigen. Als het vrouwtje paringsbereid is, zal ze roerloos in haar schuilplaats blijven zitten. Daar vindt dan de eigenlijke paring plaats. Ongeveer een maand later spint het vrouwtje een grote witte eicocon. De binnenste cocon, de eigenlijke eierkamer met 50 tot 130 eitjes, wordt opgespannen tussen verschillende zijden banden, die vastgemaakt zijn aan de wanden van het nest. Soms wordt de eicocon bekleed met plantenmateriaal voor camouflage. De jongen worden nog geboren in hetzelfde jaar en overwinteren in het nest. Zij voeden zich in die tijd met de eierdooier die in hun achterlijf is opgeslagen. De jonge spinnetjes verlaten de bescherming van het nest in de volgende lente.
Bron: Belgianspiders.be

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve 🕷 groetjes Anna

🕸

 

21 gedachten over “Gewone doolhofspin

  1. Fantastische foto’s! Ik heb hem ook in mijn tuin ontdekt en een serie foto’s en filmpjes gemaakt. Met open mond staan kijken, hoe bijzonder, toen er ook nog een tweede bij kwam…. Binnen hoef ik ze niet, want ze zijn vrij groot, maar buiten kan ik er verwonderd naar blijven kijken. Ook naar dat prachtige holletje. Natuurgroetjes, Ineke

    Like

  2. Ik kan er niets aan doen Anna, maar ik gruw van spinnen!!
    Ik ben een echt natuurmens maar ik heb nog steeds een trauma van spinnen (van vroeger uit).
    Lieve groetjes, Helma

    Like

  3. gewoon ?? nou ik vind hem best bijzonder Anna!
    en ook een beetje griezelig 🙂 heb het niet zo op spinnen…
    maar je foto’s zijn weer schitterend van kwaliteit

    Like

  4. Anna een schitterend en informatief blog heb je gemaakt, ik heb weer
    wat geleerd.
    Je foto’s zijn schitterend en ik griezel een beetje van al die spinnen. 😉

    Like

Plaats een reactie