Rouwende gouden tor – Oxythyrea funesta

Rouwende gouden tor - Oxythyrea funesta (Poda 1761)

Een zeldzame waarneming in mijn tuin. Ik was de Phloxen aan het opschonen toen ik deze bijzondere tor tegenkwam. Hij had zich verscholen tussen de witte bloemetjes. Ik moest wel even goed kijken wat het was. Mijn eerste gedachte was een dode vlieg, die gevangen was door een spin, de Gewone tandkaak. Die verstoppen zich graag tussen de bloemetjes en slaat dan toe. Maar nee… het was een soort bladsprietkever, deze had ik nog nooit gezien. Fototoestel gepakt en geprobeerd wat foto’s te maken. Hij zat best op een lastige plek zo tussen de bloemen en dan ook nog achter de bloem en ik wilde hem ook niet storen. Maar het is nog aardig gelukt. Na lang zoeken en eindelijk gevonden… het is een Rouwende gouden tor (Oxythyrea funesta (Poda 1761)).

Rouwende gouden tor - Oxythyrea funesta (Poda 1761)

Met de avond zag ik hem niet meer tussen de bloemen tot ik hem ineens zag zitten op een houtstronk verderop in de tuin. Daar kon ik een paar mooie foto’s van maken… maar ineens had hij genoeg van mijn fototoestel en vloog
de wijde wereld in.

Rouwende gouden tor - Oxythyrea funesta (Poda 1761)

Ik natuurlijk de volgende ochtend zo nieuwsgierig als ik was, in de Phloxen gekeken of hij er misschien weer zat en ja hoor… helemaal weggedoken diep tussen de bloemen. Ik kon nog net zijn koppie zien… oké nog een laatste foto, ik zie het wel of
dat wil lukken.

Rouwende gouden tor - Oxythyrea funesta (Poda 1761)

Nu nog wat informatie vanaf het web:
De Rouwende gouden tor was algemeen in de 19e eeuw maar werd zeldzaam en verdween in Vlaanderen in de eerste helft van de 20e eeuw (De Borre 1891a, b, Janssens 1960). In de 2e helft van de 20e eeuw bleef deze soort beperkt tot de kalkrijke gebieden in het zuiden van België. De laatste jaren bereid de soort terug uit en wist enkele plaatsen in Vlaanderen te koloniseren. De soort heeft zich opnieuw gevestigd in De Battelaer (Mechelen) en Rillaar (Aarschot) en wellicht ook op andere plaatsen (Thomaes et al. in prep.). Een deel van de recente waarnemingen zijn afkomstig van plantenwinkels en duiden mogelijks op import.

Ook in Nederland kent de soort een noordwaartse opmars met een tiental waarnemingen tijdens de laatste tien jaar, met voornamelijk waarnemingen in het zuidelijk deel van Nederlands Limburg (Heijerman & Corten 2010, waarneming.nl). In Wallonië was de soort beperkt tot kalkgraslanden en –moerassen in Gaume, Fagne-Famenne en Calestiene maar kent ook daar een recente uitbreiding (Thomaes et al. in prep.).
Bron: pureportal.inbo.be

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve ontdekking groetjes Anna 🤗

Advertentie

Van Boomblauwtje naar Dwerg-kattenstaartsnuitkevers

Het is al een beetje schemerig wanneer ik mijn eerste Boomblauwtje (Celastrina argiolus) van dit jaar op onze Kattenstaart (Lythrum salicaria) ziet zitten. Gauw even een foto maken, het licht werkt niet mee… maar ach. Het verbaast me iedere keer weer hoe klein ze eigenlijk zijn. Sinds ik de Kattenstaart hier in de tuin hebt staan komt ze ieder jaar hier weer op bezoek. Ik hoop dat ze de volgende dag ook weer hier is, maar dan wat vroeger en met beter licht, zodat ik wat foto’s van haar kan maken.

Boomblauwtje

De volgende dag en ja hoor… daar is ze weer! Ze draait rondjes om de bloemaar heen en stop dan even en gaat weer verder. Ze is druk bezig met het afzetten van haar eitjes tussen de bloemknoppen van de Kattenstaart (Lythrum salicaria). Nu gauw proberen om wat foto’s te kunnen maken, want ze zit echt niet stil en ik moet heel voorzichtig en rust er naar toe lopen met mijn fototoestel voor mijn gezicht. Van iedere beweging schrik ze en dan vliegt weg, dus ik moet extra voorzichtig zijn. Maar het lukt aardig… je moet toch ook een beetje geluk hebben.

KLIK op een foto dan kan je haar mooier en in het groot te bekijken.

Toen ik later ging kijken of ik een eitje terug kon vinden zag ik heel wat anders op de bloemaar kruipen, het was echt heel klein en ik kon het bijna niet goed onderscheiden wat het nu was. Met mijn fototoestel kon ik zien dat het parende kevertjes waren. Na het downloaden van de foto’s zag ik dat het hele kleine snuitkevertjes waren… deze had ik nog nooit gezien. Op de foto kan je goed zien hoe klein ze zijn met een stukje vinger van mij op de achtergrond.

Dwerg-kattenstaartsnuitkevers

Na wat speurwerk op het net las ik dat het Dwerg-kattenstaartsnuitkevers (Nanophyes marmoratus) waren en ze zijn ongeveer 1,5 tot 2 mm groot. Ze leggen hun eitjes in de bloemknoppen van de Kattenstaart (Lythrum salicaria), waar de larve zich ontwikkelt. Die voedt zich met het vruchtbeginsel en de overige bloemdelen en verpopt zich dan. Geïnfecteerde knoppen vallen vaak af, zonder dat dit de ontwikkeling van de larve belemmert. De ontwikkeling van ei naar snuitkever duurt zo ongeveer een maand. In augustus verschijnt er een nieuwe generatie. Deze overwintert tussen het bladafval en begin de cyclus opnieuw. Bron: Tuin-Thijs.com en Plantparasieten van Europa.

KLIK op een foto dan kan je haar mooier en in het groot te bekijken.

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve tuingroetjes Anna 🤗

 

Penseelkever slapend in de Phlox

Slapende Penseelkever

 

Staande slapen

Ik wil wel blijven staan
in zulk een licht,
maar ik wil ook slapen gaan
met héél mijn gezicht,
met al mijn armen en benen,
met al mijn vingers en tenen.
Ik wil weer een tijd uit de levenspijn
en verdoofd van de zon doorschenen zijn
als de bloemen en staande slapen.

Gedicht: Pierre Kemp (1886-1967)

 

Slapende Penseelkever

Iedereen bedankt voor de fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve tuingroetjes Anna 🤗

 

Bruin lieveheersbeestje

KLIK op een foto dan kan je haar mooier en in het groot te bekijken.

Het Bruin lieveheersbeestje (Aphidecta obliterata) is een kever uit de familie van de lieveheersbeestjes (Coccinellidae).

De soort heeft geen stippen en is lichtbruin gekleurd, maar er komt ook een donkere vorm voor. De lichte vorm is herkenbaar aan een zwarte M-vormige tekening op het halsschild. De soort is langgerekter dan het tweestippelig lieveheersbeestje, waardoor ook donkere exemplaren altijd van deze soort te onderscheiden zijn. De imago wordt 3,5 tot 5 mm lang.

De soort komt verspreid over Europa en het Nabije Oosten voor. Het diertje heeft een voorkeur voor naaldbossen, vooral met sparren en in mindere mate met pijnbomen, en leeft van bladluizen van het geslacht Adelges. Ter bestrijding van bladluizen is het bruin lieveheersbeestje ook in Noord-Amerika geïntroduceerd. In Nederland en België is de soort vrij algemeen binnen het biotoop. Het bruin lieveheersbeestje is te vinden van april tot oktober.
Bron: Wikipedia

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve groetjes, Anna

Penseelkever – Trichius zonatus

De ochtend na mijn vorig blogje, loop ik zo als gewoonlijk een rondje vijver. Ik sta even stil bij onze witte pioenrozen (Pioenroos Lactiflora Festiva Maxima). Ze lopen al terug… de helft van de bloem is al uitgevallen, jammer want ze zijn echt heel mooi. Terwijl ik sta te kijken zie haar ineens zitten… naja zitten… ze ligt nog te slapen, in het hart van de pioenroos. Ze ligt daar lekker beschut en ze houdt zich goed vast aan de stamper van de bloem.

KLIK op een foto dan kan je haar mooier en in het groot te bekijken.

Ineens komt er beweging in haar… wordt onderhand ook wel tijd want het is al 10.00 uur in de ochtend en de zon is al een tijdje op. Ze strekt haar pootjes en probeert zich om te draaien… zoek nog steeds houvast aan die stamper maar nu met haar achterpootjes. Ze kruipt voorzichtig omhoog en maakt haar vleugels een beetje los.

KLIK op een foto dan kan je haar mooier en in het groot te bekijken.

Ze wacht nog even en dan vliegt ze toch weg, de weide wereld in…
en ik kijk haar na…

Penseelkever - Trichius zonatus

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve natuurgroetjes Anna 😊

 

Voortplanting Penseelkever

’s Ochtends loop ik vaak een rondje vijver en dan zie ik altijd wel iets wegvliegen, zeker wanneer de zon schijnt en het al wat warmer wordt. De insecten die wakker worden gaan dan op zoek… maar nu zag ik iets anders wegvliegen en ik kon niet goed zien wat het was… het leek een beetje op een hommeltje maar toch anders. Ik volgde het met mijn ogen om te zien waar het heen ging, de kleur was ook anders… lichter maar ook de vorm. Het ging allemaal erg vlug… ineens ging het op één van onze half vermolmde boomstronk zitten, die we hier en daar rond de vijver hebben staan. Nu zag ik het wat het was, een Penseelkever. Die had ik al een hele tijd niet meer gezien hier in de tuin. Ik ging gelijk wat foto’s maken en wat ze toen ging doen… ze wurmde zich onder een los stukje hout van de stronk en zo het vermolmde hout in. Maar even later kwam ze er weer uit en keek in het rond, net of ze zich aan het oriënteren was, van waar ben ik. Ze draaide zich weer om en kroop weer het vermolmde hout in… en ik maar foto’s maken, net zo lang tot ik haar niet meer zag. Mijn hoofd tolde met allerlei vragen van wat gaat ze doen en het enige wat in mij opkwam was dat ze eieren ging leggen. Ik heb nog een tijdje de wacht gehouden maar dat duurde me toch te lang en ben ik weg gegaan. Eénmaal binnen gauw de foto’s gedownload en ben ik informatie gaan zoeken over wat ik had gezien. Vond vele foto’s waar Penseelkevers die op bloemen zaten, maar weinig van hun leef geschiedenis, wat ik wel tegenkwam was dat de larven van de Penseelkever de eerste twee jaar in vermolmde hout doorbrengen… dus dan verklaard het toch dat ze inderdaad daar in die half vermolmde boomstronk, eieren is gaan leggen. Wauw wat een waarneming weer, zo is er iedere keer wel weer wat nieuws in je tuin te beleven!

Deze slideshow vereist JavaScript.

De Penseelkever is een kever van 9 tot 13 mm lang. Een bijzonder kenmerk van deze kever is de dichte, wollige beharing van de hele bovenzijde. De dekschilden zijn van bijna wit tot geel met grote zwarte vlekken, waarbij het vlekkenpatroon sterk kan variëren. De eieren worden bij voorkeur in vermolmd hout afgezet, waar de larven leven in en van het rottend hout gedurende een twee tal jaren. De Penseelkever is van juni tot augustus te zien, is overdag actief en houdt van de zon.

Bron: Tuinadvies.nl

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve tuingroetjes Anna 🍀

 

Larven van de Gegroefde lapsnuitkever

Naast mijn deur heb ik aan weerskanten zelf gemetselde plantenbak. Ik had daar mooie buxussen in staan en je begrijp het al… de Buxusmot. Toen heb ik er nog eens wat ander in gehad maar dat viel toch niet helemaal in de smaak. Nu kwam ik vorig jaar een hele mooie blauw/paarsachtige Hortensia tegen in Boskoop, de Hydrangea macr. Hovaria® ‘Hopcorn’ en ik was er meteen verliefd op. Het is een Hortensia met blauw/paarse bloemenbollen die lijken op die van de Sering. Daarom wordt de plant ook wel Seringhortensia genoemd. Ze waren niet echt goedkoop, maar ach… ik heb er gelijk maar twee mooie uitgezocht.

Ik kreeg ook nog een zakje van dat spul er gratis bij om de plant volgend jaar weer mooi blauw te laten lijken, zoals op de foto. Maar dat heb ik niet gedaan want ik wil eerst kijken wat voor kleur ze in het echt zijn.

Ze zijn mooi de winter door gekomen en beginnen al goed uit te lopen. Na een tijdje blijkt dat de een het veel beter doet dan de andere. Ik heb het nog een poosje aangekeken en wat extra verzorgd, maar op een gegeven moment zat er in die ene geen groei meer… het blad bleef klein en ook een beetje slap, terwijl die andere groeide als een gek.

Misschien zit die ene te strak in de grond gepoot, met een schepje voorzichtig een beetje lucht in de grond gebracht en goed aangewaterd. Na een paar dagen… wilde het nog steeds niet. Ik dacht, nu haal ik je maar uit de grond, misschien kan ik zien wat er aan de hand is. Ik klopte heel voorzichtig de grond eraf zodat ik alleen nog de kluit van vorig jaar overhield. Nu zag ik kleine witte larfjes op de grond liggen, die tijdens het kloppen eruit gevallen waren… ik dacht gelijk, dat moet het zijn! Heb ze voorzichtig in een doosje gedaan en on-line gaan zoeken naar witte larven in de grond en ik heb ze gevonden.

Het zijn larven van de Gegroefde lapsnuitkever (Otiorhynchus sulcatus) ook wel de Taxuskever genoemd . Het vrouwtje legt in voorjaar en zomer (200 dagen lang) gemiddeld 5 eitjes in de grond en de larven doen zich ondergronds te goed aan de wortels van jouw tuin- of kamerplanten. De larven worden ongeveer een centimeter lang. In een seizoen kunnen de larven van pop tot volwassen kever worden (metamorfoseren). De larven die aan het einde van het seizoen worden geboren overwinteren in de bodem om in het volgende voorjaar verder te groeien en dan te verpoppen. De meeste insecten leven maar kort, de Lapsnuitkever echter niet. Die kan wel een paar jaar mee.

Gegroefde lapsnuitkever

Nu een paar dagen later zie ik gelukkig dat er weer groei inzit en laten we hopen dat ik alle
larven eruit heb gehaald. Ja, ik kom de kever wel eens tegen. Dit is een
oude foto van de beruchte kever… hij is best mooi, hè… 😉

 

Iedereen weer bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve genietgroetjes Anna 😃

 

Stokroossnuitkever

Ik had een plastic zak met uitgebloeide Stokroosbloemen (Alcea rosea) gekregen, die vol zaten met zaden en waar ik erg blij mee was. Ik heb gauw de zaden uit die plastic zak gehaald en die uitgebloeide bloemknoppen leeg gepeuterd zodat ik lekker veel zaden had, toen in een zeef gedaan en zoveel mogelijk schoon geklopt. Toen ik ze in een schone papieren zak had gedaan zag ik ineens iets bewegen, even goed kijken… maar ik zag niets en toen zag ik het weer bewegen… ik de zak open gescheurd en nog eens goed gekeken… en ja hoor, daar bewoog het weer… het is een snuitkevertje ohh en nog één… wat zijn ze klein. Gauw mijn fototoestel pakken, maar die had ik nog binnen liggen… zie je me al rennen… 😉 mijn wederhelft moet er altijd om lachen, heb je weer wat, zegt hij dan. Nu gauw een paar foto’s maken. Eénmaal achter de computer kon ik goed de snuitkevertjes bekijken en ik hoefde ook niet lang te zoeken welk soort het was, het waren Stokroossnuitkevertjes (Rhopalapion longirostre).

KLIK op de onderste foto’s dan kan je haar groter bekijken.

Stokroossnuitkever wordt 3 tot 4 millimeter lang. Vrouwelijke exemplaren vallen op door hun zeer lange snuit (rostrum) die bijna dezelfde lengte heeft als het lichaam. De snuit van mannelijke exemplaren is zo lang als de kop en halsschild (pronotum) samen. De ‘snuit’ is in werkelijkheid een extreme vergroeiing van monddelen. Aan het uiteinde hiervan bevinden zich de kaken waarmee de kever eet en ‘eigangen’ knaagt. Door de extreme lengte van de snuit, is de soort onmiskenbaar op naam te brengen. De vrouwelijke Stokroossnuitkever heeft de langste snuit van alle Midden-Europese Apionidae. Maar ook los van de snuitlengte bij de vrouwtjes is de soort goed te herkennen aan de combinatie van kleurkenmerken. De kever heeft een geheel zwart lichaam dat door de kleur van de beharing echter grijs lijkt te zijn. De poten zijn licht- tot donkerrood gekleurd. De tarsen van de poten (de voeten) zijn dan weer zwart.

KLIK op één van de onderste foto’s dan kan je haar groter bekijken.

Deze soort leeft monofaag op Stokroos (Alcea rosea, kaasjeskruidfamilie Malvaceae). Volwassen exemplaren eten het zacht weefsel van de zaden, bladeren en bloemen. De kevers laten vraatsporen achter op de plant waarbij het schadebeeld zich uit in zwartomringde gaatjes en plekken. De plant zelf wordt hierdoor niet tot nauwelijks in haar ontwikkeling gestoord. De larven van de Stokroossnuitkever ontwikkelen zich in de zaden. Met hun lange snuit boren de vrouwelijke kevers een gat in de gezwollen bloemknoppen. In deze eigang vindt de eiafzetting plaats. De pas uitgekomen larven banen zich vervolgens een weg naar het ringvormige vruchtbeginsel. De larven boren zich in de zich ontwikkelende vruchten. Het gat in de zaadwand wordt met een secretie afgesloten. De volledige ontwikkeling van de larve duurt vier tot zes weken. Aan het einde van het larvestadium verpopt de larve zich in het zaadomhulsel tot volwassen kever of imago. Overwintering gebeurt zowel in de zaden (poppenkamer) als aan de voet van de planten in de strooisellaag. (Bron: Wikipedia)

KLIK op één van de onderste foto’s dan kan je haar groter bekijken.

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve weekend-groetjes Anna 🤗

 

 

Kleine rode weekschildkever

De Kleine rode weekschildkever, ook wel Soldaatje of Rode weekschild (Rhagonycha fulva), is een kever uit de familie van de weekschildkevers (Cantharidae). Er zijn verschillende soorten uit het geslacht Rhagonycha die nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn, de kleine rode weekschildkever is een van de meest algemene soorten.

KLIK op één van de onderste foto’s dan kan je haar groter bekijken.

De kleine rode weekschildkever heeft net als alle weekschildkevers zachte dekschilden en een langwerpig lichaam, sprieterige poten en lange, duidelijk gesegmenteerde antennes. De lichaamslengte is 7 tot 11 millimeter, de kleur is geheel oranjerood, de achterste punten van de dekschilden zijn donkerder tot zwart gekleurd. Ook de laatste segmenten van de poten (de tarsen) en de antennes en ogen zijn donkerbruin tot zwart gekleurd. De kleine rode weekschildkever is van het rood soldaatje te onderscheiden door het donkere einde van de dekschilden.

KLIK op één van de onderste foto’s dan kan je haar groter bekijken.

De habitat bestaat uit graslanden en andere open landschappen, het rood soldaatje is in de zomermaanden niet zelden al parend in grote aantallen te vinden op diverse soorten schermbloemigen, waar ze van nectar snoepen en ook bloembezoekende insecten grijpen, die een belangrijk deel van het menu uitmaken. Ook de larven zijn actieve jagers die op de bodem leven van prooien als slakken en insectenlarven. De larven hebben een langwerpig lichaam en een zijde-achtige beharing, soms komen ze ’s winters als er sneeuw ligt massaal boven de grond waardoor het lijkt alsof het “wormen heeft geregend”.
Bron: Wikipedia

 

Iedereen weer bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve genietgroetjes van Anna 🤗

 
 

 

Pelgimsgebed

KLIK op één van de onderste foto’s dan kan je haar groter bekijken.

Vader God U ken my naam
My binnegoed en buitestaan
My grootpraat en my klein verdriet
My vashou aan als wat verskiet.

U ken my vrese en my hoop
Die pad wat ek so kaalvoet loop
Die pad het U lankal berei
U maak die pad gelyk vir my.

Alle pelgrims keer weer huistoe
Elke swerwer kom weer tuis
Ek verdwaal steeds op die grootpad
Soekend na U boardinghuis.

Moeder God U ken my waan
My ego en my regopstaan
Die drake waarteen ek bly veg
U wys my altyd weer die weg.

U het my met U lig geseën
Die lig strooi ek op iedereen
Net U weet hoe my toekoms lyk
Ek het niks, U maak my ryk.

Alle pelgrims keer weer huistoe
Elke swerwer kom weer tuis
Ek verdwaal steeds op die grootpad
Soekend na U boardinghuis.

Songtekst: Amanda Strydom

 

YouTube:
Pelgrimsgebed van Amanda Strydom

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve genietgroetjes van Anna 🤗

 
 

 

Levenscyclus van een Lieveheersbeestje

1. Paring

In het voorjaar komen de volwassen lieveheersbeestjes te voorschijn. Zij gaan dan onmiddellijk op zoek naar voedsel. Een lieveheersbeestje kan wel 3000 bladluizen per maand eten. Als ze zijn aangesterkt zoeken ze een geschikt gebied om zich voort te planten. In april, mei paren ze.

2. Eieren worden in groepjesvan 3 tot 50 aan de onderkant van een blad gelegd

De eitjes worden in groepjes afgezet. De larven die als eerste uitkomen eten vaak hun broertjes en zusjes op.

3. Na 5 tot 8 dagen komen uit de eieren larven

In de zomer kunnen de larven dankzij het warme weer en voldoende voedsel snel groeien. Insecten groeien enkel in deze fase, de lieveheersbeestjes vervellen dan drie keer. Als de larve volgroeid is gaat ze verpoppen.

4. Volwassen larve

In de pop verandert het beestje in een volwassen dier. In juli of augustus kruipt het volwassen lieveheersbeestje uit de pop, zo’n zes weken nadat de eitjes zijn gelegd. Je kan tijdens de zomer dus twee generaties lieveheersbeestjes zien.

5. Na drie weken verpoppen de larven zich

In de herfst moeten de jonge lieveheersbeestjes veel eten, zodat ze voldoende reserves hebben voor de winter. De oude kevers sterven meestal voor de winter. De tocht naar de overwinteringsgebieden wordt ingezet.

En zo begint het allemaal opnieuw

Aangekomen in de overwinteringsgebieden kruipen de diertjes met enkelen bijeen. Sommige soorten kruipen in de grond weg, of zitten achter schors en in holle stengels. Enkele soorten overwinteren in schuren en kelders van huizen.
Bron: Beesies.nl

KLIK op een cirkel dan kan je haar mooier en in het groot te bekijken.

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve geniet groetjes Anna 🤗

 

Penseelkever – Trichius zonatus

KLIK op een foto dan kan je haar mooier en in het groot te bekijken.

De penseelkever behoort tot de familie bladsprietkevers (Scarabaeidae). Tot deze familie behoren eveneens mestkevers en meikevers. Ze meten 9 tot 12 mm en hebben een sterk behaard borststuk en geeloranje dekschilden met de zwarte tekening erop.

Bij de penseelkevers zijn er twee soorten te onderscheiden de Trichius zonatus en de Trichius fasciatus. Deze twee lijken heel sterk op elkaar en ook hun levenswijze is bijna gelijk, maar zijn nog uit elkaar te halen door de tekening op de dekschilden. De zwarte tekening is nml variabel in formaat en vorm. Bij de Trichius zonatus zie je duidelijk 3 keer 2 zwarte vlekken op de twee dekschilden en bij de Trichius fasciatus lopen die vlekken over de schilden heen naar elkaar toe waardoor de bovenste twee vlekken zelfs in elkaar overvloeien en je daar van een zwarte dwarsband kan spreken.

 

Iedereen bedankt voor alle die fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve weekend groetjes Anna 🤗

 

Winterleven

Tijdens het fotograferen van verdorde varensbladeren zag ik iets heel kleins… het was een groen bladluisje. Dat het nog leefde verbijsterde mij toch wel een beetje, want het had toch best wel een beetje gevroren vannacht. Wat klein is hij hè…

Ik was een beetje aan het opruimen in de tuin. Toen ik een stukje boomstronk wilde verplaatsten, kwam ik deze prachtige Grote aardslak tegen. Hij lag helemaal tegen die andere boomstronk aan, misschien in winterslaap? Grote aardslakken kom ik toch niet zoveel tegen hier in de tuin… toch leuk. Na een foto of twee heb ik maar gauw het stukje boomstronk weer teruggezet om hem verder met rust te laten. Het was toch geen winterslaap want de volgende dag zat hij er niet meer.

Ik heb een paar grote pollen siergrassen in de tuin staan. Het zijn Miscanthus soorten en met de herfst geven ze van die prachtige glanzende rozebruine pluimen, die er bijna de hele winter aan blijven staan. Ik vind het echt een meerwaarde voor je tuin. Vorige week met het zonnetje… zag ik daar ineens een Lieveheersbeestje in één van die pluimen zitten. Ze zat daar heerlijk in weggedoken… lekker beschut, zo half in het zonnetje.


Zo zie je maar weer… ook in de wintermaanden gaat er voor sommige insecten ondanks de kou, regen en vorst… het leven toch gewoon door… 😀

KLIK op een foto dan kan je haar in het groot bekijken.

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties bij mijn vorige blog !!
Lieve groetjes Anna

 

Rondje vijver

Als ik een rondje de vijver doe, kom ik echt van alles tegen en dan ga ik helemaal op in het fotograferen van het geen dat ik tegen kom. Met macro fotografie zie je heel veel wat er in die kleine wereld gebeurd, je kan alles zo goed bekijken en dan voelt het net of je één wordt met die wereld… heel apart en heel bijzonder…

Klik op een foto dan kan je ze in het groot bekijken.

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties bij mijn vorige blog !!
Lieve groetjes Anna 😀

 

Groene snuitkever

De Groene snuitkever (Phyllobius argentatus) is een snuitkever die behoort tot de Curculionidae. De kever komt in Europa overal voor op loofbomen. De kever is overdag actief en vreet van de bladeren. De larven lijken veel op de maden van vliegen en leven in en van plantenstengels. De larve verpopt in de grond en in het daaropvolgende voorjaar verschijnt de kever.

De kever is 4 tot 6 mm lang en is bijna helemaal bedekt met glanzende, groene schubjes, met uitzondering van delen van de poten en de antennen. De dijbenen en de antennen zijn rood. Het lichaam is langwerpig en de kop is verlengd in een brede snuit. Op de dekschilden zijn donkere lengtegroeven aanwezig.
Bron: Wikipedia

Groene snuitkever
 

Lieve groetjes Anna