Witte grijsbandspanner

De Witte grijsbandspanner (Cabera pusaria) is een nachtvlinder uit de familie van de spanners. De spanwijdte varieert van 32 tot 35 millimeter. Eitjes worden gelegd op allerlei loofbomen. De rupsen verschijnen in mei-juni. Vele rupsen overwinteren als pop in spinsel tussen afgevallen bladeren. In het voorjaar leveren ze de eerste generatie vlinders. Andere rupsen gaan in juli reeds verpoppen en leveren zo de tweede generatie vlinders. Beide generaties lopen in elkaar over, zodat de vlinder van mei tot september gevonden kan worden. De Witte grijsbandspanner is makkelijk te herkennen aan de drie parallelle grijze lijnen dwars over de vleugels. Hij lijkt sterk op de Bruine grijsbandspanner. De lijntjes lopen echter recht over de voorvleugel bij de Witte grijsbandspanner, terwijl ze daar bij de Bruine grijsbandspanner een knik maken. Het is in Nederland en België een algemene nachtvlinder die makkelijk op licht afkomt. Bron: Wikipedia.

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve groetjes Anna 🤗

 

 

Advertentie

Nieuw leven van een Agaatvlinder

Gekust door een Vlinder

KLIK op een foto dan kan je haar mooier en in het groot te bekijken.

Zie me als een vlinder,
Fladderend aan je zij.
Zie me als een vlinder,
Ik ontpopte me in mei.

Ik zag het groen,
En blies me op.
De wind gaf me een zoen,
En ik steeg op.

Zie me als een vlinder,
Fladderend aan je zij.
Zie me als een vlinder,
Spiegel je aan mij.

Geniet van de wind, het water, de lucht,
ik neem je mee,
en op mijn vlucht,
kus ik je, zodat je weet,
jezelf zijn is wat vrijheid heet.

Gedicht: Vlinder81

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve natuurgroetjes Anna 😃

 

Geelbandlangsprietmot

Ik liep s’ochtend vroeg een rondje tuin totdat ik iets klein en heel raars zag vliegen… naja vliegen het was meer dansen in de lucht. Het was een beetje plat en het was breed… ik had het hier nog nooit gezien. Het was in ieder geval een motje zover ik kon zien. Toen hij op een blad van onze Vlier ging zitten zag ik pas wat het was… een heel mooi motje met hele lange voelsprieten. Ik had hem wel eens gezien op foto’s maar nog nooit hier in onze tuin. Na wat foto’s te hebben gemaakt en hij was best schuw, ben ik even gaan googlen op, mot, geleband en langesprieten… ik moest toen wel lachen want google gaf aan als zijn nederlandse naam… de Geelbandlangsprietmot… nu daar hebben ze goed en lang over na moeten denken, dacht ik zo. 😂

Geelbandlangsprietmot - Nemophora degeerella

De Geelbandlangsprietmot (Nemophora degeerella) is een nachtvlinder die overdag vliegt. De vlinder komt uit de familie van de Langsprietmotten (Adelidae). De wetenschappelijke naam van de soort is als Phalaena degeerella voor het eerst geldig gepubliceerd door Linnaeus in 1758.

Geelbandlangsprietmot - Nemophora degeerella

De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 16 en 23 millimeter. De mannetjes van de Geelbandlangsprietmot hebben opvallend lange voelsprieten die zo’n vier tot vijfmaal zo lang zijn als de voorvleugels terwijl de vrouwtjes veel kortere sprieten hebben, slechts iets langer dan de voorvleugel. De soort heeft goudgele voorvleugels met twee bruine lengtestrepen en daartussen een bredere gele band.

Geelbandlangsprietmot - Nemophora degeerella

De vliegtijd is van mei tot en met juli. De rups leeft op bladresten van berken. De volwassen vlinder heeft de adderwortel, gewone margriet en de brandnetel als voedselplant.

Bron: Diversen internet

 

 

Iedereen weer bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blogjes !!
Lieve natuurgroetjes Anna 🤗

 

Wolfspin vs Haarbos

Ik was een vlieg aan het fotograferen, die van een boterbloem zat te snoepen tot ik ineens iets heel wilds in mijn rechter ooghoek zag bewegen. Ik keek eens goed… het was een spin die met iets groots aan het worstelen was. Ik natuurlijk gelijk foto’s maken… maar dat viel niet mee, want het ging allemaal zo vlug. Ze rolden en tolden eerst over de grond, toen over de stenen afzetting… toen weer terug de tuin in en toen waren ze ineens weg. Ik denk dat ik iets gemist heb tijdens het fotograferen, maar ik heb genoeg foto’s gemaakt dacht ik zo. Nu maar hopen dat het wat is geworden en dat je kunt zien waar de spin mee aan het worstelen was… door al de commotie kon ik dat niet zien.

KLIK op een foto dan kan je haar beter en mooier en in het groot te bekijken.

Tijden het selecteren van de foto’s kon ik zien dat de spin een Wolfspin (Pardosa sp.) was, maar waar hij mee aan het worstelen was… ik dacht eerst aan een net uitgekomen pop van een Pijlstaartvlinder. De vleugels moeten nog opgeblazen worden… dus ze was er net uit. Maar het was geen Pijlstaart, maar na lang zoeken kwam ik bij ‘The Garden Safari’ uit bij de nachtvlinder, Haarbos (Ochropleura plecta). De Haarbos is volgens ‘The Garden Safari’ een gemakkelijk te herkennen Uiltje. Ze is roodbruin tot grijsbruin met een lichte streep langs de bovenrand van de voorvleugels. Dan een zwarte veeg en in de zwarte veeg een zilverwitte ronde vlek en dito niervlek en dit gaf de doorslag aan mij, dat het om deze vlinder ging. Want als je goed kijkt zie je de vlekjes zitten en ook de zwarte veeg.

KLIK op een foto dan kan je haar beter en mooier en in het groot te bekijken.

Maar al bij al… de spin heeft hier een flinke hap gevangen en zeker weten voor wel een hele week.

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve groetjes, Anna 🤗

 

Gamma-uil

De Gamma-uil (Autographa gamma) is een onopvallend bruin uilvlindertje. De vlinder heeft in het midden van de voorvleugel een duidelijke geelwitte gamma, waardoor hij altijd goed te herkennen is. De opening van het gammateken is belangrijk: deze is bij de Gamma-uil wijd en trechtervormig; dit onderscheidt hem van de veel op hem lijkende, maar iets bontere Autographa pulchrina, die een smalle V-vormige tekening heeft. De Gamma-uil heeft ook de bijnaam Pistooltje, omdat de gammavormige tekening ook de gelijkenis met een pistool heeft.

Gamma-uil (Autographa gamma)

In tegenstelling tot veel van zijn soortgenoten vliegen de Gamma-uilen ook overdag. Hij brengt veel tijd door op bloemen en is soms in grote aantallen te vinden op klavervelden. ’s Avonds komt hij ook wel op het kunstlicht af. Hij plant zich hier in de zomermaanden voort. De rupsen van de Gamma-uil zijn polyfaag en leven van een groot aantal soorten kruiden.

KLIK op één van de onderste foto’s dan kan je haar groter bekijken.

Ze komen overal voor waar nectarrijke bloemen te vinden zijn. In Nederland en België is de Gamma-uil een trekvlinder. De soort is waar te nemen van april tot en met oktober. De vlinders trekken in het voorjaar vanuit het Middellandse Zeegebied naar het noorden en koloniseren Midden- en Noord-Europa. In Nederland kunnen in augustus en september in sommige jaren grote populaties ontstaan. Een deel van de vlinders trekt in september en oktober weer naar het zuiden. De Gamma-uil is niet in staat in Nederland te overwinteren, hoewel een enkel geval van overwintering bekend is in verwarmde plantenkassen.
Bron: Wikipedia

 

Iedereen weer bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve zomerse groetjes van Anna 🤗

 

 

Plakker rups

Ik had van de week bezoek van een grote rups, hij zat in onze Grote kattenstaart (Lythrum salicaria). Hij is zo groot dat het moeilijk is om er zo voorbij te lopen. Het is een rups van de nachtvlinder genaamd Plakker (Lymantria dispar).

De plakker is een nachtvlinder uit de familie van de donsvlinders (Lymantriidae).
De vlinder heeft een spanwijdte tussen de 32 en 55 mm. De vrouwtjes zijn een stuk groter dan de mannetjes, maar vliegen niet of nauwelijks. Het vrouwtje zet haar bruine tot geelachtige eieren af in bastspleten van bomen. Het legsel wordt afgedekt met een dikke laag geelbruine haren van haar achterlijf. De volledig ontwikkelde rupsen overwinteren in de eitjes. In het vroege voorjaar worden de jonge rupsjes met behulp van spinseldraden verspreid door de wind.


De rupsen kunnen tot 7 cm lang worden en zijn zeer variabel van kleur. Meestal hebben ze een grijze grondkleur en een geelachtige lijntekening. Op de eerste vijf segmenten zitten meestal twee blauwe en op de achterste zes twee rode rugwratten. De kop is licht geelbruin met op de voorzijde twee zwarte strepen. Ze verpoppen in een los spinsel in bastspleten van een boom of onder een steen. Info: Wikipedia

KLIK op één van de  foto’s dan kan je haar groter bekijken.

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve weekendgroetjes van Anna 🤗

 

 

Lindepijlstaart – Mimas Tiliae

Zaterdagochtend, ik moet nog een paar boodschapjes doen in het dorp en dan moet ik altijd door een stuk tuin en zo de dijk op en zo loop ik langs de uitgebloeide Brandkruid (Phlomis russeliana)… automatisch kijk je naar de planten en dan ineens zie ik dit…

_MG_7805w

Dit kwam me heel bekend voor… dit had ik al eens eerder gezien… een Lindepijlstaart vlinder. Ik gauw weer terug naar binnen, mijn fototoestel gepakt en ja hoor ze hangt daar nog steeds. Ik weet niet goed hoe ik moet beginnen want ze is best groot en hangt een beetje lastig ook een beetje tegen de draad in… maar al gauw vind ik mijn draai. Ik maak de ene foto naar de ander…

_MG_7748w

Terwijl ik bezig ben zie ik dat haar linker vleugel beschadig is… nu maar hopen dat ze er niet al te veel last van zal ondervinden. Nadat ik weet niet hoeveel foto’s te hebben gemaakt … ben ik toch maar gauw mijn boodschapjes gaan doen en toen ik weer terug kwam was ze gevlogen.

_MG_7764w

’s Avonds, we hadden lekker gegeten en ik wilde nog even een rondje tuin doen gelijk met een bakkie koffie… dit is altijd zo lekker ontspannend alles is in rust en stil. Ineens zie ik weer een Lindepijlstaart hangen aan een andere uitgebloeide bloem van de Brandkruid (Phlomis russeliana)… maar deze was bijna heel zijn linker vleugel kwijt… gauw nog een paar foto’s gemaakt, het was eigenlijk al een beetje te donker… maar de foto is toch nog aardig gelukt.

_MG_7992w

De Pijlstaarten (Sphingidae) zijn een familie van vlinders in de superfamilie Bombycoidea.
De meeste pijlstaarten zijn grote vlinders die ’s nachts vliegen; de kleinere soorten vliegen meestal overdag. Over de hele wereld zijn ongeveer duizend soorten bekend. Omdat de meeste soorten in Nederland erg zeldzaam zijn en de algemene soorten verborgen leven hebben veel mensen nog nooit een pijlstaart gezien. De naam is afgeleid van een typisch kenmerk van de rupsen die een verharde stekel op hun achterste segment dragen. De rupsen zijn meestal groot en kleurig, maar net zo dat ze niet opvallen in de waardplant. Pijlstaarten hebben vaak bonte kleuren.

 

Iedereen weer heel erg bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve genietgroetjes Anna 🤗

 

 

Een poot ?

Ik had vorige week een probleempje… ik was aan het fotograferen in onze tuin en ik liep een rondje toen ik een wit veertje zag liggen op een plant. Ik dacht, o dat is z’n klein duivenveertje, die kom ik wel vaker in onze tuin tegen. Op de terug weg zag ik het weer liggen, maar ik zag geen middennerf in het veertje (spoel, schacht), dus ging ik het iets beter bekijken en zag dat het een soort van een uitsluipvelletje was, maar zeker weten doe ik het niet. Ik heb er natuurlijk verschillende foto’s van gemaakt zodat ik het op de pc goed en in het groot kan bekijken.

_MG_4433w

Ik was al een paar dagen aan het zoeken op het WorldWideWeb maar ik kan echt niets vinden wat er ook maar enigszins op leek. Het enigste wat ik gevonden heb is, een foto bij Pixabay van een Witte Flanel Mottenrupsband Rups. Dat haar lijkt er een beetje op (zelfde structuur)… dus misschien iets van een mot/nachtvlinder en ik denk dat die naam ook niet klopt, want ik kan er niets van terugvinden. Dus ben ik verder gaan zoeken onder micro motten en ook dat leverde niets op. Nu wist ik het echt niet meer. Ik ben toen naar Waarneming.nl gegaan in de hoop dat daar misschien iemand mij verder kon helpen. Daar heeft Reindert (Cranefly) mij een heel eind opweg geholpen. Voor zijn gevoel moet dit exemplaar toch bij de familie Eredae (Spinneruilen) worden gezocht. Hij gaf me nog een Duitse site waar je ook kon zoeken. Maar die groep is wel zo groot, dat het niet mee zal vallen. Na veel gezoek konden we er toch niet helemaal uitkomen.

_MG_4437w

Toen heb ik contact gezocht bij EIS kenniscentrum Insecten en daar mijn foto’s naar toegestuurd. Na een paar dagen kreeg ik al antwoord, dat het wel eens een poot kon zijn, die losgekomen was. Hij (John) dacht in het eerste instantie aan een Donsvlinder, maar die kan het niet zijn want die heeft witte poten, in plaats van zwart/wit. Nu had ik weer een nieuw beginnetje en ben ik verder gaan zoeken en kwam uiteindelijk bij de Satijnvlinder uit, die heeft zwart/witte poten en komt uit de familie Erebidae (Spinneruilen). Dus Reindert (Cranefly) van het Forum Waarneming.nl zat toch in de goede richting.

_MG_4445w

Na een lange zoektocht zijn we eruit, wat je ziet is een poot van een Satijnvlinder (Leucoma salicis) die op de een of ander manier is losgekomen en ik denk wel te weten hoe… want op die plek van onze tuin, daar jagen erg veel Oeverlibellen… dus dat kan dan wel kloppen. Ik vind daar wel meer onderdeeltjes van insecten.
Het was een zeer leerzame… leuke… spannende zoektocht en mijn dank is groot voor alle hulp die ik gekregen heb!

Iedereen weer heel erg bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve genietgroetjes Anna 🤗

Ligusterpijlstaart rups – Sphinx ligustri

De opvallende, heldergroene rups met scheve, rode en witte zijstrepen wordt meestal vaker waargenomen dan de vlinder. De gebogen doorn is vaak tweekleurig zwart-geel. In de kalkrijke duinen is ze vooral te vinden op de Liguster, maar in parken en tuinen zijn ze ook op de Vlier, Sering, Es en de Forsythia te vinden. Bij verstoring richt de rups zich op en neemt, net als de doodshoofdvlinderrups, de houding van een sfinx aan . De bruine pop overwintert in een popkamer diep in de grond.

Ze was algemener in velerlei biotopen, zoals bosranden, duingebieden, parken en tuinen, maar wordt na 1970 aanzienlijk minder talrijk gevonden. Vooral in de stedelijke gebieden en de duinen is de soort achteruit gegaan, maar ze schijnt zich nu weer enigszins te kunnen herstellen doordat de rupsen zich ook op andere waardplanten kunnen ontwikkelen.

De vlinder heeft een spanwijdte van 90-120 mm en ze vliegt van mei tot in augustus. Het is een zeer grote pijlstaart. Haar voorvleugels zijn lichtbruin, naar de achterrand toe bijna zwart. De achtervleugels zijn rozeachtig met 3 zwarte banden. Borststuk grijs, achterlijf rozerood en zwart gebandeerd.
(Bron: Soortenbank.nl)

KLIK op een foto dan kan je haar mooier en in het groot te bekijken.

 

Iedereen weer heel erg bedankt voor al die fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve tuin groetjes van Anna 😀

 

Hagedoornvlinder

Vanochtend toen ik uit het raam keek, zag ik haar gelijk zitten, de Hagedoornvlinder (Opisthograptis luteolata). Ze zat op een blad van de Vrouwenmantel (Alchemilla Mollis). Dat is lang geleden dat ik haar hier in onze tuin heb waargenomen. Het is een heel mooi klein citoengeel nachtvlindertje, uit de familie van de Spanners.

De Hagedoornvlinder komt vrij algemeen in heel Nederland en België voor en ze is niet bedreigd. Haar waardplanten zijn diverse bomen en struiken, daar rust ze overdag. Ze vliegt graag in het schemer en in het begin van de nacht. Het vliegseizoen is van half april tot eind september in twee, mogelijk drie generaties.

De rupsen zijn te vinden op verschillende bomen zoals de Meidoorn, Sleedoorn, Kamperfoelie en Hazelaar enz. Ze zijn niet schadelijk en ze kunnen het hele jaar door worden waargenomen. De soort overwintert als halfvolgroeide rups op de waardplant of als pop in een cocon op de waardplant, in de strooisellaag of in muurspleten.

Het was zeer leuk haar weer eens goed te bewonderen. De foto’s zijn over de hele ochtend gemaakt. Hoe later op de ochtend hoe meer zij zich terug trok in Vrouwenmantel, tot ik ze helemaal niet meer zag.

 

Iedereen weer heel hartelijk bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve groetjes Anna

 

Appeltak

Appeltak - Campaea margaritaria

Terwijl ik de vogels eten en schoonwater geef, zie ik deze mooie Appeltak op de noordkant van een kooi zitten. Wat is ze mooi… die zachte kleur groen met een beetje soort van blauw erin, heel apart vind ik. Dit is de tweede keer dat ik haar tegen kom hier in de tuin. Dat was in 2013, toen heb ik er ook een blogje over gemaakt op mijn oude Blog:  FotoAnna Photography

Appeltak - Campaea margaritaria

De appeltak (Campaea margaritaria) is een nachtvlinder uit de familie van de spanners. De vlinder heeft een spanwijdte van 42 tot 55 millimeter en is daarmee een grote vlinder uit deze familie. Het verspreidingsgebied beslaat geheel Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
De vlinder vliegt in twee generaties, de eerste in mei en juni en de tweede in augustus. De rups heeft verschillende loofbomen als waardplant, voorbeelden zijn eik, berk, prunus en meidoorn.
De winter wordt als rups door gebracht op een tak van de waardplant waar van de zachte bast kan worden gegeten. Begin april verpopt de appeltak om in mei de eerste generatie te leveren.

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties bij mijn vorige blog !!
Lieve groetjes Anna