Plaatjeszwammen (orde Agaricales) zijn paddenstoelen zoals de meeste mensen zich een paddenstoel voorstellen: met een hoed en steel, en aan de onderkant van de hoed de plaatjes (ook wel lamellen genoemd) waarop de sporen worden gevormd. De plaatjes zijn zodanig aan de hoed gehecht, dat de sporen er tussendoor naar beneden kunnen vallen. Eenmaal onder de hoed aangekomen, worden ze door de wind meegenomen en verspreid.
Er is een enorm aantal soorten plaatjeszwammen, in een bijna oneindige variatie aan vorm en kleur. Om ze te kunnen herkennen en determineren, moet je een beetje thuis raken in de manier waarop de plaatjeszwammen worden ingedeeld in families, en binnen de families weer in geslachten.
De hoed heeft een doorsnede van 2 – 4,5 cm en is breed klokvormig tot vlak met een centrale bult. Het is een taaie en leerachtige hoed, die grijsbruin tot geelbruin van kleur is met een gestreepte of gegroefde rand. De steel is 7-10 cm hoog en 3 – 5 mm dik; de kleur is grijsachtig. Deze is taai en kraakbeenachtig. De lamellen staan ver uit elkaar en zijn aan de basis verbonden. Ze zijn eerst wit, maar later vleeskleurig. De sporen zijn wit. Bij kneuzing heeft de helmmycena een meelgeur af.
Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !
Lieve geniet groetjes Anna 🤗