Van Boomblauwtje naar Dwerg-kattenstaartsnuitkevers

Het is al een beetje schemerig wanneer ik mijn eerste Boomblauwtje (Celastrina argiolus) van dit jaar op onze Kattenstaart (Lythrum salicaria) ziet zitten. Gauw even een foto maken, het licht werkt niet mee… maar ach. Het verbaast me iedere keer weer hoe klein ze eigenlijk zijn. Sinds ik de Kattenstaart hier in de tuin hebt staan komt ze ieder jaar hier weer op bezoek. Ik hoop dat ze de volgende dag ook weer hier is, maar dan wat vroeger en met beter licht, zodat ik wat foto’s van haar kan maken.

Boomblauwtje

De volgende dag en ja hoor… daar is ze weer! Ze draait rondjes om de bloemaar heen en stop dan even en gaat weer verder. Ze is druk bezig met het afzetten van haar eitjes tussen de bloemknoppen van de Kattenstaart (Lythrum salicaria). Nu gauw proberen om wat foto’s te kunnen maken, want ze zit echt niet stil en ik moet heel voorzichtig en rust er naar toe lopen met mijn fototoestel voor mijn gezicht. Van iedere beweging schrik ze en dan vliegt weg, dus ik moet extra voorzichtig zijn. Maar het lukt aardig… je moet toch ook een beetje geluk hebben.

KLIK op een foto dan kan je haar mooier en in het groot te bekijken.

Toen ik later ging kijken of ik een eitje terug kon vinden zag ik heel wat anders op de bloemaar kruipen, het was echt heel klein en ik kon het bijna niet goed onderscheiden wat het nu was. Met mijn fototoestel kon ik zien dat het parende kevertjes waren. Na het downloaden van de foto’s zag ik dat het hele kleine snuitkevertjes waren… deze had ik nog nooit gezien. Op de foto kan je goed zien hoe klein ze zijn met een stukje vinger van mij op de achtergrond.

Dwerg-kattenstaartsnuitkevers

Na wat speurwerk op het net las ik dat het Dwerg-kattenstaartsnuitkevers (Nanophyes marmoratus) waren en ze zijn ongeveer 1,5 tot 2 mm groot. Ze leggen hun eitjes in de bloemknoppen van de Kattenstaart (Lythrum salicaria), waar de larve zich ontwikkelt. Die voedt zich met het vruchtbeginsel en de overige bloemdelen en verpopt zich dan. Geïnfecteerde knoppen vallen vaak af, zonder dat dit de ontwikkeling van de larve belemmert. De ontwikkeling van ei naar snuitkever duurt zo ongeveer een maand. In augustus verschijnt er een nieuwe generatie. Deze overwintert tussen het bladafval en begin de cyclus opnieuw. Bron: Tuin-Thijs.com en Plantparasieten van Europa.

KLIK op een foto dan kan je haar mooier en in het groot te bekijken.

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve tuingroetjes Anna 🤗

 

Advertentie

Gamma-uil

De Gamma-uil (Autographa gamma) is een onopvallend bruin uilvlindertje. De vlinder heeft in het midden van de voorvleugel een duidelijke geelwitte gamma, waardoor hij altijd goed te herkennen is. De opening van het gammateken is belangrijk: deze is bij de Gamma-uil wijd en trechtervormig; dit onderscheidt hem van de veel op hem lijkende, maar iets bontere Autographa pulchrina, die een smalle V-vormige tekening heeft. De Gamma-uil heeft ook de bijnaam Pistooltje, omdat de gammavormige tekening ook de gelijkenis met een pistool heeft.

Gamma-uil (Autographa gamma)

In tegenstelling tot veel van zijn soortgenoten vliegen de Gamma-uilen ook overdag. Hij brengt veel tijd door op bloemen en is soms in grote aantallen te vinden op klavervelden. ’s Avonds komt hij ook wel op het kunstlicht af. Hij plant zich hier in de zomermaanden voort. De rupsen van de Gamma-uil zijn polyfaag en leven van een groot aantal soorten kruiden.

KLIK op één van de onderste foto’s dan kan je haar groter bekijken.

Ze komen overal voor waar nectarrijke bloemen te vinden zijn. In Nederland en België is de Gamma-uil een trekvlinder. De soort is waar te nemen van april tot en met oktober. De vlinders trekken in het voorjaar vanuit het Middellandse Zeegebied naar het noorden en koloniseren Midden- en Noord-Europa. In Nederland kunnen in augustus en september in sommige jaren grote populaties ontstaan. Een deel van de vlinders trekt in september en oktober weer naar het zuiden. De Gamma-uil is niet in staat in Nederland te overwinteren, hoewel een enkel geval van overwintering bekend is in verwarmde plantenkassen.
Bron: Wikipedia

 

Iedereen weer bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve zomerse groetjes van Anna 🤗

 

 

Boomblauwtje en haar ei afzetting

Boomblauwtje zet haar eitje af op de Grote Kattenstaart

Hoe kan je het Boomblauwtje herkennen?
Blauwtjes zijn genoemd naar de helderblauwe bovenzijde van de voorvleugels. Bij het vrouwtje van het Boomblauwtje heeft de voorvleugel een brede zwarte rand; bij het mannetje ontbreekt die.
Het Boomblauwtje heeft een spanwijdte van 25 tot 32 mm.
Je herkent het Boomblauwtje best aan de onderzijde van de vleugels, goed te zien wanneer de vlinder met de vleugels gesloten zit. Bij het Boomblauwtje is die onderzijde egaal zilverachtig blauw (vandaar zijn vroegere naam ‘Zilverblauwtje’), met verspreide zwarte stipjes.

Wat eet het Boomblauwtje?
Boomblauwtjes zie je vaak nectar drinken op bloemen. Dat zijn bijv. Koninginnekruid, Distels, Struikhei, Grote kattenstaart of gele composieten zoals Jacobskruiskruid.

Waar legt het Boomblauwtje haar eitjes?
Het legt zijn eitjes vaak op Klimop, ook op Hulst. In de zomer kiest het Boomblauwtje ook Grote kattenstaart en Struikhei als waardplanten. Het Boomblauwtje experimenteert ook wel eens met nieuwe waardplanten, zoals Vlinderstruik of Magnolia. De rups leeft op verschillende types planten: zowel bomen (vooral vuilboom) als struiken en lagere planten.

KLIK op één van de onderste foto’s dan kan je haar groter bekijken.

Hoe plant het Boomblauwtje zich voort?
Het Boomblauwtje heeft verschillende generaties per jaar. Je kan de eerste Boomblauwtjes eind maart zien rondvliegen. De tweede generatie vliegt in volle zomer (de eerste exemplaren van die tweede generatie verschijnen in juni). In het najaar (september) kan er een derde generatie zijn. Het Boomblauwtje overwintert als pop.

Wat kan jij doen voor het Boomblauwtje?
Het Boomblauwtje fladdert graag langs structuurrijke bosranden. Heb je ruimte voor een vogelbosje in je tuin? Zorg ervoor dat er ook sporkehout in de rand staat (dat is overigens een belangrijke bijenplant en tevens waardplant voor de Citroenvlinder).
Heb je ruimte om een muur weelderig te laten begroeien met Klimop? Dat kan in de zomer een plek zijn waar het Boomblauwtje graag vertoeft én eitjes afzet. In het najaar is bloeiende Klimop overigens interessant als nectarplant voor vlinders, zweefvliegen en bijen.
Bron: Natuurpunt

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve genietgroetjes Anna 🤗

Bij de vijver…

Klein gearderd witje - Pyjamazweefvlieg

Ik had net een foto kunnen maken van een Klein geaderd witje (Pieris napi) die samen met de Gewone Pendelvlieg (Helophilus pendulus) zaten te snoepen aan de bloemen van de Grote kattenstaart (Lythrum salicaria), dat ik haar ineens zag hangen… zo te zien was zij nog niet zo heel lang geleden uitgeslopen. Haar vleugeltjes glommen nog als spiegeltjes… het is een Bruinrode heidelibel (Sympetrum striolatum) en wat is ze mooi !!

Klik op de foto’s  hier boven dan kan je die in het groot bekijken.

De Bruinrode heidelibel heeft een eenjarige levenscyclus en overwintert als ei. De eieren komen in het voorjaar uit, waarna de larven zich snel ontwikkelen. Uitsluipen vindt plaats vanaf eind mei tot eind september, met een piek van eind juli tot begin september. Bij hoge uitzondering kunnen bruinrode heidelibellen als imago overwinteren en in het vroege voorjaar weer actief worden.

4. Bruinrode heidelibel (Sympetrum striolatum)

Jonge dieren zijn in de wijde omtrek van het voortplantingswater aan te treffen, zittend en jagend in ruige vegetatie. Hij is te herkennen aan zijn rechte snor en zijn poten, die zijn zwart met gele strepen.

 

Iedereen bedankt voor alle fijne reacties bij mijn vorige blog !!
Lieve groetjes Anna