Maskerbijen danken hun naam aan het feit dat de mannelijke dieren een opvallend wit/geel aangezicht hebben. De vrouwelijke bijtjes hebben vaak 2 gele strepen tussen de ogen. Het zijn overwegend kleine (4-9 mm), zwarte dieren met hier en daar enkele gele vlekken of bandjes, zonder beharing. Een enkele keer heeft het achterlichaam enkele rode gedeeltes.

Maskerbijen verzamelen het stuifmeel niet tussen de beharing aan de buikzijde of in korfjes aan de achterpoten, maar in hun krop. De tong is veel korter dan bij andere bijen. Ze verspreiden soms een citroenachtige geur als je ze beetpakt.

Samen met de tuinmaskerbij komt deze soort van de maskerbijen het meeste in Nederland voor, en ook in alle mogelijke gebieden: van spooremplacement tot achtertuin, van heidegebied tot sloot- en vaartranden. De soort nestelt in allerlei holle, houtige ruimtes zoals de stengels van braam, vlier maar ook in de rietsigaargallen gemaakt door halmvliegen in de lisdodde. Voedsel wordt op verschillende bloemen gevonden. (Bron: Wildebijen.nl)

Ik vond hem al snoepend op en in de bloemen van onze witte Phlox, maar hij verstopte zich ook vaak in één van onze Dahlia’s, wat hij daar deed weet ik eigenlijk niet. Dan kwam hij weer tevoorschijn en dan zat hij maar te zitten… misschien wilde hij graag op de foto, want hij deed volgens mij echt zijn best om te poseren en zo heb ik een paar mooie foto’s van hem maken…
Dankjewel mooi bijtje! 😉

Bedankt voor alle fijne reacties en likes bij mijn vorige blog !!
Lieve genietgroetjes van Anna 🤗
❦
Vind ik leuk:
Like Laden...